Jacques Hurks werd in 1890 in Vught geboren. Hij studeerde aan de Koninklijke School voor Nuttige en Beeldende Kunsten in Den Bosch en vertrok daarna naar Amsterdam. In 1916, na een tweejarig verblijf in Canada, begon hij als leraar aan de Burgeravondschool in Roosendaal en werd docent aan de Rooms-Katholieke Leergangen in Tilburg.
In 1917 was hij als opzichter betrokken bij de bouw van de Corneliuskerk in Roosendaal, een ontwerp van de Bredase architect Jacques van Groenendael.
Ook bouwde hij in Roosendaal zijn eerste huizen: het dubbele woonhuis Nispensestraat 81-83.
In 1918 trouwde Hurks met Koosje Rampaart.
In 1923 kreeg hij zijn eerste grote opdracht als architect: het ontwerpen van de Sint Josephkerk in Roosendaal. Het werd een gebouw in de stijl van de Amsterdamse School, met een centraal koepelvormig gewelf van bijna 19 meter doorsnee.
Hurks voelde zich verwant met de Amsterdamse School. De architecten die in deze stijl bouwden waren ervan overtuigd dat de architect ook een kunstenaar was, een schepper van schoonheid. Ze combineerden onder meer verschillende materialen, zoals natuursteen, baksteen en hout.
Hurks werd beïnvloed door Art Deco en Nieuwe Zakelijkheid.
In de jaren 1930 bouwde Hurks 19 huizen in dezelfde stijl in de Ludwigstraat te Roosendaal. Daarvan werden er een aantal in de Tweede Wereldoorlog vernield. Het pand aan de Ludwigstraat 2 werd in 2001 als rijksmonument aangewezen. In dit huis heeft Hurks zelf 10 jaar gewoond en gewerkt.
In de jaren 30 legde hij zich meer toe op de bouw van kerken en kloosters in tal van andere plaatsen, waaronder Breda, Rucphen, Putte, Steenbergen.
In 1932 nam hij het bureau van de overleden architect Van Goenendael in Breda over. Later werd hij adviseur van de Bredase bisschoppen Hopmans en Baeten als het gaat om kerkelijke architectuur.
De ontwerpen van na 1930 zijn van een iets andere stijl. De Amsterdamse School-periode was over het hoogtepunt heen. Belangrijke gebouwen uit zijn naoorlogse periode zijn het klooster Sainte Marie In Huijbergen, het Essent-gebouw aan het Kadeplein te Roosendaal en de Fatimakerk aldaar.
In 1961 droeg Hurks zijn kantoor over. Een groot deel van zijn archief, dat door de oorlog al gehavend was, werd dan door hem vernietigd.
Hij stierf 16 jaar later, op 18 juli 1977.
Inmiddels staan veel van zijn gebouwen op de nominatie om Rijksmonument te worden.